Transponeren

Transponeren van de notatie is noodzakelijk voor gitaar en piano partijen die gespeeld moeten worden door trompet of saxofoon. De gitaar en piano zijn C instrumenten terwijl blaasinstrumenten Bes of Es instrumenten kunnen zijn. De notatie voor deze blaasinstrumenten is een "grepenschrift" en staat los van de stemming van het instrument. Het kan hoger of lager klinken afhankelijk van het gebruikte instrument.

Voorbeeld: Zowel de gitaar als de blaasinstrumenten laten een E horen. Hiervoor speelt de gitaar een E, het Bes instrument een Fis en het Es instrument een Cis.

Naast het transponeren moet ook rekening worden gehouden met octaveren zoals bij de tenorsaxofoon die naast het verschil van de grote seconde ook nog een octaaf lager klinkt. Ook de gitaar en de basgitaar zijn octaverende instrumenten. De tonen van zowel de gitaarsnaren als de basgitaarsnaren worden een octaaf hoger genoteerd dan dat deze in werkelijkheid klinken. Dit is gedaan om het gebruik van hulplijnen zoveel mogelijk te beperken.

Stembanden zijn een vrij fragiel orgaan waarmee voorzichtig moet worden omgesprongen. Daarom moet een instrumentpartij zich meestal aanpassen aan de zangpartij. Dit is meestal naar de toonaard waarin de stem van de zanger(es) het minst vermoeid in raakt. Als bepaalde tonen niet zuiver te zingen zijn, moet de toonaard verlaagd of verhoogd worden.

Voorbeeld: Een muziekstuk staat genoteerd in de C toonaard. De zanger(es) zingt het liefst in A toonaard. Het muziekstuk wordt daarom met één en een halve toon verlaagd en in de voortekening worden drie kruizen toegevoegd.

Het gebruik van de kwintencirkel maakt transponeren eenvoudig.


Lees verder...