Majeur
© Theo Buys - Gitaarheld.nl
De toonladder
Op deze pagina wordt de relatie van de majeurtoonladder en akkoorden uitgelegd. Een majeurtoonladder wordt in het Nederlands een grote tertstoonladder genoemd. Als voorbeeld gebruik ik de toonladders van C majeur:

majeurtoonladder
fig. 1

majeurtoonladder
fig. 2
Interval | stamtonen C majeur | |
1 | grondtoon | C |
2 | seconde | D |
3 | terts | E |
4 | kwart | F |
5 | kwint | G |
6 | sext | A |
7 | septiem | B |
1 | octaaf | C' |
Figuur 1 en 2 laten opschuifbare patronen zien die voor alle majeur toonladders kunnen worden gebruikt. Om de C majeur toonladder te spelen, begint het onderste vierkantje van figuur 1 op positie 8 en van figuur 2 op positie 3 waardoor bij de laatste de seconde, kwint en septiem met losse snaren gespeeld moeten worden.
De akkoorden
Met de stamtonen uit de majeurtoonladder gaan we nu zeven akkoorden samenstellen want het octaaf is gelijk aan de grondtoon. Deze akkoorden die uitsluitend zijn samengesteld met de stamtonen van de toonladder worden laddereigen genoemd. Voor elk akkoord nemen we steeds een grondtoon, een terts en een kwint. De akkoorden kunnen majeur, mineur of verminderd zijn. Dit wordt bepaald door het diatonische interval van de tonen in de toonladder van de grondtoon. Een grondtoon wordt ook prime genoemd.
grondtoon | terts | kwint | Akkoord | |
C | E | G | = | C |
D | F | A | = | Dm |
E | G | B | = | Em |
F | A | C | = | F |
G | B | D | = | G |
A | C | E | = | Am |
B | D | F | = | Bdim |
C | E | G | = | C' |
Dus als de B de grondtoon is, dan gelden de intervallen van de B toonladder. De grondtoon bepaalt de toonaard van de toonladder.
Interval | stamtonen B majeur |
|
1 | grondtoon | B |
2 | seconde | Cis |
3 | terts | Dis |
4 | kwart | E |
5 | kwint | Fis |
6 | sext | Gis |
7 | septiem | Ais |
1 | octaaf | B' |
Hieruit blijkt dat de terts in de B toonladder een Dis is maar in de akkoordsamenstelling zien we een D.
De terts
De akkoorden zijn in te delen in majeur en mineur. De akkoorden C, F en G hebben een grote terts en zijn majeurakkoorden. De akkoorden Dm, Em en Bdim hebben een kleine terts (halve toon verlaagt) en zijn mineurakkoorden. Omdat bij het Bdim akkoord ook de kwint is verlaagd, is het geen gewoon mineurakkoord en ook niet altijd bruikbaar, maar het past wel in de toonaard en speelt de hoofdrol in het dominant septiem akkoord.
kleine terts | = halve toon verlaagde terts |
grote terts | = terts |
De kwint
De kwinten in de akkoorden C, F, G, Dm en Em zijn allemaal reine kwinten, behalve bij het Bdim akkoord, want dat heeft een verminderde kwint. Een akkoord met een kleine terts en een verminderde kwint (halve toon verlaagd) noemen we een verminderd-akkoord of dim-akkoord.
verminderde kwint | = halve toon verlaagde kwint |
reine kwint | = kwint |
overmatige kwint | = halve toon verhoogde kwint |
Primen (grondtoon), kwarten, kwinten en octaven kunnen niet groot of klein worden maar slechts verminderd, rein of overmatig. Dit is zo bepaald omdat deze intervallen rein zijn in beide toongeslachten (mineur en majeur). De verminderde kwint komt voor in de Locrische modus.
De drieakkoorden theorie
In de drieakkoorden theorie gaat het om de tonica (I), onderdominant (IV) en de dominant (V). Het interval tussen de grondtoon van deze akkoorden is een kwint. In de kwintencirkel staan de grondtonen van de drieakkoorden naast elkaar in de volgorde onderdominant, tonica en dominant. Akkoorden kunnen majeur (grote terts), mineur (kleine terts) of septiem zijn maar het dominante akkoord heeft altijd een grote terts en is meestal een septiemakkoord. De grote terts trekt naar de tonica als vraag en antwoord. De grote terts in het dominant akkoord is de leidtoon naar de tonica. De leidtoon wil oplossen in de tonica en het septiem versterkt deze functie. De toonafstand tussen de leidtoon en de tonica is een halve toon.
Akkoorden: | I | II | III | IV | V | VI | VII | I |
C majeur: | C | Dm | Em | F | G | Am | Bdim | C |
drieakkoorden: | C | F | G7 | C' |
Het septiem
Het dominant akkoord in de toonaard C majeur is G7. Dit is een vierklank en bestaat uit een grondtoon, terts, kwint en een kleine septiem.
kleine septiem | = halve toon verlaagde septiem |
grote septiem | = septiem |
Interval | stamtonen G majeur |
|
1 | grondtoon | G |
2 | seconde | A |
3 | terts | B |
4 | kwart | C |
5 | kwint | D |
6 | sext | E |
7 | septiem | Fis |
1 | octaaf | G' |
Het G7 akkoord bestaat dus uit de tonen G, B, D en F. Het G7 akkoord wordt "G septiem" of "G dominant septiem" genoemd en niet "G klein septiem" omdat bij akkoordnamen met klein een kleine terts wordt bedoeld. Als we een grote septiem in het akkoord willen hebben wordt het een Gmaj7 akkoord en wordt "G groot septiem" genoemd.
De Mixolydische modus
Deze modus heeft een verwantschap met de majeurtoonladder. T.o.v. de majeurtoonladder is het septiem met een halve toon verlaagd. Het wordt gebruikt in combinatie met het dominant septiem of dominant none akkoord.

Mixolydische modus
Interval | stamtonen G Mixolydisch |
|
1 | grondtoon | G |
2 | seconde | A |
3 | terts | B |
4 | kwart | C |
5 | kwint | D |
6 | sext | E |
7 | septiem | F |
1 | octaaf | G' |
Akkoorden en de kwintencirkel
Naast de drie majeurakkoorden omsluit de toonladder nog drie mineurakkoorden en een verminderd akkoord. Het zijn de boventonica (II), bovenmediant (III), ondermediant (VI) en leidtoon/ondertonica (VII). Bij een halve toonafstand tussen VII en I heet de zevende trap leidtoon en bij een hele toon ondertonica. De zeven grondtonen van de laddereigen akkoorden staan aansluitend in de kwintencirkel. Eerst majeurakkoorden en dan de mineurakkoorden in de volgorde IV, I, V, II, VI, III en VII. De tonica staat op de tweede plaats. Stel dat ik wil weten wat de laddereigenakkoorden van de E majeurtoonladder zijn, dan vind ik in de kwintencirkel de A, E, B, Ges/Fis, Des/Cis, As/Gis, Es/Dis. De gevonden akkoorden zijn A, E, B7, F#m, C#m, G#m en D#dim. Het verminderdakkoord in de ladder wordt zelden gebruikt en het is overbodig omdat de terts, kwint en septiem in het dominant-septiemakkoord dezelfde tonen bevat.
Een traditionele 12 maten majeurblues
|: I | | IV | | I | | I | | |
| IV | | IV | | I | | I | | |
| V | | IV | | I | | V | :| |
|: C | | F | | C | | C | | |
| F | | F | | C | | C | | |
| G | | F | | C | | G7 | :| |

C

F

G7
Tonen in de bovenstaande akkoorden:
Drieklank C heeft de tonen C (2x), E (3x) en G (1x)
Drieklank F heeft de tonen F (2x), A (1x) en C (2x)
Vierklank G7 heeft de tonen G (2x), B (2x), D (1x) en F (1x)
